Pap, ik ben he-le-maal klaar met voetbal. Ik wil op een echte sport. Ik wil op rugby!
Tja, daar sta je dan, langs de lijn, te kijken naar de verrichtingen van jouw zoon of dochter bij zijn of haar eerste schreden van een sport waar je misschien wel eens langs gezapt bent. Dat voetbal waar ze mee begonnen op hun zesde, dat bleek toch niet zo’n succes. Haantjesgedrag, grote mond, geen respect naar trainers en vrijwilligers. Toen was daar dat vriendje uit de klas, die op rugby zat, of die sportdag op dat veld met dat doel zonder net en enorm hoge doelpalen of die interland op tv, die live werd uitgezonden, waar ‘het andere oranje’ in de dying seconds van ‘de Zwarte Duivels’ wisten te winnen en zo promotie af wisten te dwingen naar de hoogste klasse.
Rugby, was dat niet die sport waar spelers van 2.10m ‘sorry ref’ zeggen tegen de scheidsrechter die 2 koppen kleiner is? Waar men ook respect heeft voor de tegenstanders en medespelers? Waar gedisciplineerd en hard maar fair gespeeld wordt, maar waar player wellfare voorop staat? En dat jouw zoon of dochter na de eerste training en de eerste wedstrijd volkomen verkocht was? En daar sta jij nu naar te kijken, langs de kant, met de andere ouders.
Dan blijkt dat het rugbyvirus nog aanstekelijker is dan het coronavirus. ‘Maar dit is stiekem hartstikke leuk! Waarom ben ik hier niet 20 of 30 jaar geleden mee in aanraking gekomen?’ Sterke verhalen van rugbyvaders langs de lijn, die door blessures genoodzaakt waren te stoppen, over vroeger, de wedstijden, de kameraadschap, de ‘trips’ naar het buitenland, de rugbyfeesten, de 3de helft. ‘Jammer dat ik dit nooit heb meegemaakt. Ik ben nu achterin de 30. Redelijk fit, of dat kan ik makkelijk worden. Maar ik heb echt geen zin om mij door jonge honden van amper 18+ , maatje kleerkast, in de vernieling te laten lopen. Komt nog eens bij dat ik de ballen verstand heb van de spelregels, dus voor mij is dit helaas een gepasseerd station.’ Dan is er goed nieuws voor de rugbyvader, er is namelijk zoiets als veteranenrugby, met als motto: You don’t stop playing when you grow old, you grow old when you stop playing.
Ook bij de Rotterdamse rugbyclub kent men veteranenrugby en zijn er spelers van 35+ verenigd in het team ‘the Old Boys’. In 1988 opgericht door spelers die al op leeftijd begonnen te komen en graag met en tegen gelijkgestemden wilde blijven spelen. Met illustere namen van trainers/managers als onder andere Luke Rumsey, Richard Alloway, Ursus van Engelsdorp Gastelaars, Arnold de Jong en Vincent Willems werden de veteranen klaargestoomd voor wedstrijden tegen bijvoorbeeld Old Belvedere RFC voor de Molly Malone Cup. Natuurlijk werd er gerugbyd, maar het zwaartepunt lag altijd bij het sociale randgebeuren. Dat is nu eigenlijk niet anders. In de regio Zuid West Zuid is een jaarlijkse Oude Meesters competitie opgezet waar de veteranenteams van Rotterdam, Hoek van Holland, Delft, Gouda, Eilanders en Sparta elkaar treffen op het veld en proberen te overtreffen in het aansluitende eetfestijn en bacchanaal. Vooralsnog trainen de Old Boys niet onderling, maar er wordt nog naar gekeken hoe hier invulling aan te geven in de nabije toekomst.
De huidige Old Boys bestaan uit spelers van RRC 2 en RRC 3 in de leeftijd van 35 tot 68 jaar, waaronder ook oud-rugbyvaders die ooit alleen langs de lijn stonden. De rugbyvader die zijn eerste stappen op het rugbyveld wil zetten of na een jarenlange sabbatical weer wilt voortzetten, kan voorzichtig beginnen met trainen bij het derde team. De trainingen zijn op dinsdag- en donderdagavond van 20:00 tot 21:30 uur. Bij de trainingen van dit team wordt rekening gehouden met ieders niveau zodat iedereen kennis kan maken met rugby. Voor meer informatie over de Old Boys kunt u terecht bij Pieter Schön en Dennis Piet of stuur een mailtje naar info@rotterdamserugbyclub.nl.